10-8-2018 Bornem 100 km

100 is heel ver

Ik wist wel van de Dodentocht, had die ook wel eens overwogen, maar tot nu toe was het er nog niet van gekomen. Tot afgelopen vrijdag.

Net na 14u word ik opgehaald door John en Jeanne. Op station Noorderkempen staat Jan Brosens op ons te wachten. Instappen en om 16u in Bornem uitstappen. Ik voel me onwennig, want alles is nieuw voor mij. Niet voor mijn mentorpapa en -mama. Dat zijn ervaren rotten in het dodentochtvak.

Eerst inschrijven en dan wat gaan drinken. Harry en Heidi zijn er ook. Een Puurse verrassing. Dan de bagage afgeven en op ons gemak naar de start. Een groot, omheind grasveld nodigt uit tot nestelen. Na een rugzakcontrole zoeken we een plekje bij de startstreep. Tot 21u eten, liggen, slapen. Er valt een enkele druppel regen. Eerst is het weken droog en bij de Dodentocht gaat het regenen. Slecht gepland van Pluvius.

P1020537P1020538P1020539


Om 21 uur gaat het starthek open en enkele minuten later zijn we op pad. 13000 Wandelaars vertrekken voor naar rust 1. Het tempo ligt hoog. Intussen is het gaan regenen. 4 Uur lang valt de regen gestaag omlaag. Poncho of regenjack, je wordt toch nat. Buiten van de regen en binnenin van het zweet. Het is al donker als we over een dijk langs de Schelde lopen. Een korte stop, wat drinken en weer verder. De massa gaat verder en wij gaan mee. Eerst Hintham, dan Ruisbroek en Breendonk. De Duvelbrouwerij biedt iedere wandelaar bier aan. Ik eet en drink wat, maar geen bier. Ik moet nog 63km.

Verder door de nacht. Jan heeft moeite om wakker te blijven. Dat duurt totdat het licht wordt. Het devies is wakker houden en ondersteunen. Jan moet naar de finish, want het is zijn 40ste Dodentocht. Rond 1 uur wordt het droog. Van Breendonk naar Steenhuffel en dan maar Merchtem op 53km. Je reservetas staat hier te wachten. Ik wissel niets. Mijn broek en sjirt zijn weer droog. Mijn deo is niet nodig.

P1020540P1020541

De tocht gaat verder. Het patroon herhaalt zich. Een stuk van 6 tot 10km, een rust met eten en drinken en een sanitaire stop. Het wordt steeds moeilijker om eten te vinden, dat nog smaakt. Water krijgt een zweetsmaak, fristy is smerig. Meloen, sinasappel en koffie smaken nog het langst.

P1020545P1020546
In Lippelo moeten we nog 27km. Het eind komt in bijna zicht. Het wordt steeds warmer en je wordt toch moe. Bij de volgende stop komen Harry en Heidi ons moet inspreken. Ik ben blij ze te zien. Even kletsen en een knuffel. ik kan er weer tegen. Dan Oppuurs en Sint Amands. Het is warm, tegen de 30 graden. Het volgende stuk volgt de Schelde. De uitzichten zijn mooi. Branst ligt een dorp verder dan gedacht. Nog 5,5 km tot het eind. Bij 5-4-3-2-1 staat een bord langs de weg. Snel gaat het niet meer. We vorderen gestaag. Net na 17uur zijn we er. Een tasje met diploma, een medaille en een peperkoek. We willen de trein van 18 uur halen en gaan naar het station. Mijn lijf is stijf en ik ben erg moe.

Naar Noorderkempen. Daar staat John ons op te wachten en na thuiskomst neem ik een warm bad en ga vlot naar bed.

Met een trots gevoel val ik in slaap. Ik heb de Dodentocht volbracht. De rest komt morgen.

P1020547P1020548P1020550